Reflexintegratie


Neuromotorische onrijpheid
​
Met deze term beschrijven we het overslaan of niet goed doormaken van een vroege ontwikkelingsfase.
Elke voldragen baby wordt geboren met een set van primaire reflexen die hem/haar in staat stellen de eerste maanden na de geboorte te overleven.
Deze reflexen worden geïntegreerd door het steeds volwassener wordende brein van een kind in ontwikkeling.
Primaire reflexen verdwijnen naar de achtergrond gedurende het eerste levensjaar.
Door moeilijkheden tijdens de zwangerschap, geboorte, ontwikkeling in de eerste levensmaanden, ... zou het kunnen dat het kind een andere start krijgt in het leven.
Het kan, omwille van verschillende redenen, gebeuren dat primaire reflexen niet ten volle worden doorleefd en dus nog blijven nazinderen in het lichaam van een 7 jarige (of ouder).
​
Een kind met nog actieve primaire reflexen gaat schijnbaar zonder nadelig effect naar de volgende mijlpaal.
Er blijven echter subtiele hiaten in de 'bedrading' van het centraal zenuwstelsel.
De actieve primaire reflexen houden het motorisch, emotioneel en cognitief ontwikkelen van het kind tegen.
​
Neuromotorische onrijpheid belemmert niet alleen sportprestaties, maar ook alle fysieke handelingen die met leren te maken hebben: oogbewegingen om te lezen,
oog-handcoördinatie om te schrijven, automatisatie om de maaltafels te leren, ruimtelijk inzicht voor meetkunde, sociale interactie …
Op langere termijn kan dit resulteren in frustratie, hyperactiviteit, hypersensitiviteit, onderpresteren.
​
Reflexintegratie volgt de natuurlijke ontwikkeling van het kind.
We brengen het kind terug naar het begin van zijn/haar ontwikkeling.
Op die manier geven we de hersenen als het ware een tweede kans.


Het INPP (Institute for Neuro Physiological Psychology, Chester, UK) werd in 1975 opgericht door psycholoog Peter Blythe (PhD).
​
Peter Blythe onderzocht, als eerste in de geschiedenis, de effecten van een onrijp zenuwstelsel op de leerprestaties, het emotionele welbevinden en het gedrag.
​
Het INPP Instituut heeft zich sindsdien steeds toegelegd op het identificeren en screenen van motorische onrijpheid bij kinderen en volwassenen.
Dit gebeurt aan de hand van medische, gestandaardiseerde screeningstesten.
​
De INPP-methode gaat uit van het idee dat leer- en gedragsproblemen kunnen ontstaan door het onvoldoende doormaken van primitieve reflexen.
Door de juiste oefeningen uit te voeren, kunnen deze reflexen zich alsnog ontwikkelen en ervaren worden, opdat ze spontaan geïntegreerd worden in het lichaam en niet langer
in de weg zitten.
Hierdoor kunnen problemen op school afnemen en zelfs verdwijnen.
​
Daarop heeft het INPP een bewegingsprogramma samengesteld dat een erkende
INPP-begeleider kan aanleren aan de ouders en het kind.
​
Dit oefenprogramma wordt reeds jaren succesvol toegepast in verschillende landen en is uitvoerig onderzocht in tal van studies.
​
Sally Goddard Blythe MSc. (Psych) is momenteel de directeur van het INPP International.
