top of page

Tactiele integratie

Het tactiele systeem, of het tastzintuig speelt een erg belangrijke rol bij

het fysieke, mentale en emotionele menselijke gedrag.

Van top tot teen krijgen we tactiele informatie door receptoren in de huid.

Lichte aanraking, stevige druk, trillingen, beweging, temperatuur en pijn 

stimuleren deze receptoren.

Dit reusachtige systeem vormt ons contact met de buitenwereld en

verbindt ons met anderen.

De basis van NeuroTactile ligt in het stimuleren van de verschillende receptoren van de huid.

De kracht van de juiste aanraking, de juiste druk en de juiste behandeling bouwt het zenuwstelsel op door het nieuwe input te geven en te leren "voelen".

treatment-1327811_960_720.jpg

Voor wie kan dit succesvol zijn?

  • Bij kinderen met een te hoge of te lage huidgevoeligheid.

       Kinderen die bij aanraking last hebben van pijn, kietelen, ongemak,

       overdreven reactie op aanraking of te weinig reactie, ... .

  • Hyperactiviteit (ADD, ADHD).

  • Autisme, Asperger syndroom.

  • Cerebral Palsy.

  • Leermoeilijkheden.

  • Bij kinderen en volwassenen die voortdurend in vecht-, vlucht-, of bevriesmodus verkeren.

  • Bij stressreductie.

Tactiele hyperreactiviteit (defensief)

Het kind vermijdt meestal passieve, onverwachte en lichte aanrakingen.
Hij/zij reageert hier vaak negatief en emotioneel op.

(passieve) Lichte aanrakingen worden vermeden terwijl (actieve) stevige aanrakingen vaak juist wel getolereerd worden (als het van mensen komt die het kind vertrouwd).

Vaak wordt door deze kinderen actief en herhaaldelijk over dezelfde structuren gewreven.

Voorbeelden:

* Negatief en emotioneel reageren op aanrakingen.

* Reageren met vecht, vlucht of bevriesreactie wanneer het kind gewassen wordt.

* Negatief reageren als haren op het lichaam tegen de richting in worden gestreken.

* Negatief reageren op haren knippen, nagels knippen, tanden poetsen, tandartsbezoek, doktersbezoek, ...

* Overdreven reageren op een klein "pijntje".

* Moeilijke eter (voorkeur voor specifieke textuur - heel warme of net koude gerechten).

* Met gebalde vuisten rondlopen om tactiele prikkels te vermijden.

* Overreageren op een vlekje op kledij, natte mouwen, ...

* Moeilijk doen over het aantrekken van kledij.

* ... ... ...

​

​

Tactiele hyporeactiviteit

Het kind heeft de neiging om aanrakingen (kalmerend of pijnlijk) te negeren.

Er is meestal weinig reactie te zien.

​

Voorbeelden:

* Merken aanrakingen precies niet op tenzij ze heel heftig zijn.

* Geen gevoel voor koude of warmte (kan in de winter in T-shirt buiten spelen).

* Niet merken dat: kledij slordig zit, gezicht vuil is, een steentje in de schoen zit, iets gevallen is, ...

* Weinig reactie op een pijnlijke wonde of breuk.

* Niet in staat angst en pijn van anderen te begrijpen.

* Erg ruw spelen met dieren, andere vriendjes.

... ... ...

​

​

Prikkelzoeker

Dit kind heeft meer behoefte aan stevige druk en huidcontact dan de meeste kinderen.
Het kind loopt graag blootvoets, spelletjes waarbij je vies wordt vinden ze heerlijk.

Deze kinderen zijn altijd op zoek naar plassen, modder, klei, verf, ...

​

Voorbeelden:

* Erom vragen gekieteld te worden, de rug te wrijven, ...

* Houdt van ruwe, wilde spelletjes.

* Botst tegen iedereen aan, raakt alles aan, zit continue met het haar te spelen - over de huid te wrijven, aan de nagels te bijten.

* Gebruikt vaak de mond om te onderzoeken.

* Graag blootvoets (trekt schoenen en sokken steeds uit).

* ... ... ...

​

​

Het tastzintuig is onmisbaar voor het alledaagse vaardigheden. Het ontwikkelt:

* Lichaamsbewustzijn

  A.d.h.v. het tastzintuig vorm je een soort landkaart van het lichaam waardoor je doelbewust en makkelijk beweegt.

  Het kind heeft een beeld van waar hij is en wat hij aan het doen is.
  Bij een tactiele stoornis heeft het kind geen goed lichaamsbesef.

  Het voelt niet prettig om te bewegen, want bewegen betekent aanraking.
  Het kan de ledematen niet op de juiste manier gebruiken om zich bijvoorbeeld aan te kleden.

  Het centrale zenuwstelsel geeft aan dat het kind beter heel stil kan blijven staan.

​

* Motorische planning (praxie)

  Elke reeks bewegingen vraagt om motorische planning. De bewegingen moeten bewust gepland worden.
  Na enige oefening kan het kind deze acties met succes uitvoeren omdat de tactiele prikkels die nodig waren geïntegreerd zijn

  in het zenuwstelsel.

  Bij een tactiele stoornis kan het kind onhandig bewegen, en problemen hebben met de motorische planning van zijn bewegingen.

  Deze kinderen hebben de neiging om beweging te ontlopen.

​

  Motorische planning heb je nodig voor:

grofmotorische controle (soepele coördinatie van de grote spiergroepen die het dichtst bij de kern van je lichaam zitten) en 

fijnmotorische controle (het precieze gebruik van kleinere spiergroepen in de mond, tenen, tong, lippen, vingers en handen).

​

* Visuele discriminatie

  = de manier waarop de hersenen interpreteren wat de ogen zien.

  Aanrakingen en ogen werken nauw samen. Door voorwerpen aan te raken slaat het kind informatie op over textuur, vorm, grootte, ...

  Een kind raakt aan wat hij ziet. De basis voor visuele discriminatie wordt hier gelegd.

​

* Taal

  Baby's maken door aanraking contact met de buitenwereld.

  Wanneer het kind iets aanraakt is er iemand die het voorwerp benoemt of beschrijft wat je moet doen.
  Vb: dit is een bal, vang hem maar. Dat is een beeldje, voorzichtig mee zijn hoor!

  Woorden raken verbonden met bepaalde acties, lichaamsdelen, voorwerpen, mensen, ...

  Bij een tactiele stoornis beperkt het kind zijn kansen om taal te ontwikkelen.

​

* Leerprocessen

  Een tactiele stoornis zorgt dat een kind minder makkelijk leert.

  Het wordt telkens afgeleid door de tastprikkels die doorgestuurd worden naar zijn hersenen.

​

* Emotionele zekerheid

  Wanneer de baby geboren wordt krijgt hij de eerste dosis knuffels en aanrakingen te verwerken van diegene die in zijn

  basisbehoeften voorziet.

  Knuffelen geeft een warm en veilig gevoel.

  Er ontstaat een fysieke en emotionele band met de ouders.

  Bij een tactiele stoornis is het moeilijk om sterkere gevoelens van gehechtheid (bonding) te ontwikkelen.

​

* Sociale vaardigheden

bottom of page